Redactiestatuut

Algemeen  

Artikel 1

 Dit redactiestatuut vindt zijn grondslag in Artikel 12 lid 1 van de Statuten. Het wordt 

 vastgesteld en zo nodig gewijzigd door het bestuur met inachtneming van het bepaalde 

 in Artikel 12 lid 2 en 3 van de Statuten. 

In gevolge de d.d. 18 juni 2025 tussen de vijf lokale omroepen gesloten samenwerkingsovereenkomst inzake de vorming van een streekomroep, het daaromtrent in artikel 20 ad d) bepaalde als taak van de penvoerder (werkgeverschap) is dit statuut op de daar genoemde medewerkers van toepassing. De bestuurlijke bevoegdheid voor de toepassing van dit statuut komt toe aan het college van voorzitters, ook aangeduid als CvV           

Definities

Artikel 2

Dit redactiestatuut verstaat onder: 

  • Hoofdredacteur/eindredacteur degene die, als zodanig is aangesteld door het bestuur en leiding geeft aan redactiemedewerkers en programmamakers (betaalde c.q. vrijwillige krachten en stagiaires). 
  • Redactiemedewerker: de medewerker belast met journalistieke

werkzaamheden in het kader van nieuwsvoorziening en/of redactionele (voorbereiding/uitvoering van) programma’s. 

  • Medewerkers ex artikel 3.1.1. van de in hoofde genoemde samenwerkingsovereenkomst die in het kader van de streekvorming zijn aangesteld.   
  • Programmamaker: de medewerker die programma’s voor de omroep bedenkt, produceert, presenteert en/of anderszins journalistiek betrokken is bij een programma. 
  • Redactieraad: de hoofdredacteur/eindredacteur tezamen met de teamleiders van respectievelijk radio, tv en overige media c.q. met gekozen medewerkers 
  • Bestuur: het bestuur van 1 Amstelveen als bedoeld in Artikel 6 t/m 9 van de Statuten.
  • Het college van voorzitters als bedoeld in artikel 4lid 7 van de in hoofde samenwerkingsovereenkomst.  
  • PBO: het Programmabeleidsbepalend Orgaan van 1Amstelveen als bedoeld in Artikel 10 en 11 van de Statuten.

Doel van het statuut 

Artikel 3 

  1. Dit redactiestatuut beoogt onder meer de redactiemedewerkers en programmamakers waarborgen te geven voor het onafhankelijk kunnen uitoefenen van hun journalistieke taken en taken rond het ontwerpen, vervaardigen en presenteren van programma’s, nieuwsitems en/f andere journalistieke content, ongeacht het medium waarvan gebruik wordt gemaakt. En wel zodanig dat zij, overigens met inachtneming van de wet, de Statuten en daarvan afgeleide nadere regelingen en richtlijnen, hun werk kunnen doen zonder rechtstreekse beïnvloeding door wie dan ook; noch van buitenaf, noch van binnenuit, anders dan op de wijze als in dit redactiestatuut wordt geregeld. 
  2. Bij de onder lid 1 bedoelde onafhankelijke taakuitoefening zullen de 

redactiemedewerkers en programmamakers bij de uitvoering van hun taken

  • zonder vooroordelen te werk gaan; 
  • gelegenheid geven tot hoor en wederhoor; 
  • zorgvuldige verificatie betrachten; 
  • verkapte reclame weren; 
  • een zo herkenbaar mogelijk onderscheid aanbrengen tussen feitelijke gegevens en de interpretatie daarvan en/of het commentaar daarop; 
  • waar zinvol dan wel vereist informatief en opinievormend te werk gaan 
  • zich afzijdig houden van sponsoractiviteiten; 
  • geen nevenactiviteiten verrichten die, naar het oordeel van het bestuur, met hun onafhankelijke taakuitvoering strijdig kunnen zijn; 

Bestuurlijke verantwoordelijkheid en delegatie van bevoegdheden 

Artikel 4 

 4.1 Het Bestuur c.q. het college van voorzitters ex artikel 2 is gelet op artikel 9 van de Statuten c.q. het bepaalde in de samenwerkingsovereenkomst tevens eindverantwoordelijk voor het te voeren en gevoerde beleid met betrekking tot vorm en inhoud van hetgeen in de zendtijd van 1Amstelveen c.q. de website “streek 44” en overige streek-kanalen wordt uitgezonden. Zulks met inachtneming van het hierna volgende

  • De vaststelling van het programmabeleid alsmede de toetsing van de uitvoering daarvan is, conform het bepaalde in Artikel 10 van de Statuten van 1Amstelveen , voorbehouden aan het PBO c.q. het college van voorzitters volgens de meer genoemde samenwerkingsovereenkomst.  
  • De verantwoordelijkheid voor samenstelling, productie en uitvoering van de nieuws-en informatievoorziening en programma’s is gedelegeerd aan de hoofdredacteur/eindredacteur c.q. de coördinator/eindredacteur op grond van de     samenwerkingsovereenkomst.   
  • De hoofdredacteur/eindredacteur van 1Amstelveen verschaft desgevraagd regelmatig informatie over de voortgang van zijn werkzaamheden aan het bestuur; en tevens aan het PBO. 
  • De coördinator ex de samenwerkingsovereenkomst doet zulks aan het college van voorzitters.   

 4.2 Het bestuur c.q. het college van voorzitters oefent, gegeven deze gedelegeerde bevoegdheden en met in achtneming van de journalistieke vrijheid als bedoeld onder 3.2 met voldoende terughoudendheid toezicht uit op dit terrein. 

Benoeming schorsing en ontslag van hoofdredacteur/eindredacteur en programmamakers

Artikel 5 

De uitgangspunten voor het beleid bij benoeming, schorsing of ontslag van de hoofdredacteur/eindredacteur, redactieleden en programmamakers zijn vastgelegd Artikel 13 van de Statuten. 

Het college van voorzitters ex de samenwerkingsovereenkomst treedt wat betreft de toepassing van de artikelen 5,6 en 7 op naar bevind van zaken.     

Artikel 6 

Bij voorziening in een vacature voor de functie van hoofdredacteur/eindredacteur wordt door het bestuur conform het bepaalde in Artikel 13 lid 2 van de Statuten een sollicitatie- en selectiecommissie ingesteld. 

De commissie staat onder voorzitterschap van een lid van het PBO ; zij regelt haar werkzaamheden zelf. 

De commissie draagt de gekozen kandidaat ter benoeming voor bij het bestuur. Het bestuur zal deze voordracht overnemen, tenzij naar het gefundeerde oordeel van het bestuur zeer zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten. 

Artikel 7

Aanstelling, schorsing en ontslag van redactiemedewerkers en programmamakers zijn binnen de kaders als bedoeld in Artikel 13 lid 1 van de Statuten en van het Huishoudelijk Reglement, gedelegeerd aan de hoofdredacteur/eindredacteur. Met dien verstande dat de Office Manager (OM) dan wel een door hem aan te wijzen medewerker conform de richtlijnen van het bestuur direct betrokken is bij het proces van werving en selectie van deze medewerkers. Over de aanstelling alsmede schorsing en ontslag van redactiemedewerkers en programmamakers heeft de Office Manager een adviserende stem.

Tussentijds ontslag van hier bedoelde medewerkers wordt niet gegeven dan na informatie aan en consultatie van het bestuur. 

Verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de hoofdredacteur/eindredacteur 

Artikel 8 

  1. De hoofdredacteur/eindredacteur is verantwoordelijk voor planning van de nieuws-en informatievoorziening en overige journalistieke activiteiten alsmede de samenstelling van omroepprogramma’s. 
  2. Indien een redactieraad ex artikel 10 is ingesteld door het bestuur geeft de hoofdredacteur/eindredacteur leiding aan de teamleiders of gekozen vertegenwoordigers van de medewerkers als bedoeld in 10 lid 2. En is hij tevens voorzitter van de raad. 

Zo deze raad niet is ingesteld, is de hoofdredacteur/eindredacteur belast met de dagelijkse leiding aan alle redactiemedewerkers en programmamakers. 

Tevens pleegt hij regulier werkoverleg met door en uit de medewerkers gekozen vertegenwoordigers van op voet van het bepaalde in artikel 11 lid 2. 

  Hij doet dat alles met in achtneming van de betreffende bepalingen in de statuten, van het programmabeleid, dit statuut en van overige toepasselijke regelingen. 

  1. De hoofdredacteur/eindredacteur maakt deel uit van het managementteam van de interne organisatie. 

Het huishoudelijk reglement geeft hierover nadere bepalingen. 

      4. De hoofdredacteur/eindredacteur heeft geen taken en/of bevoegdheden op het vlak van commerciële zaken en sponsoring. Tenzij daartoe uitdrukkelijk uitgenodigd in voorkomende gevallen. 

Artikel 9

  1. De hoofdredacteur/eindredacteur woont desgevraagd de bestuursvergaderingen bij voor die onderwerpen die zijn taakgebied betreffen. Hij heeft daarin een adviserende stem. Voor de coördinator ex samenwerkingsovereenkomst is dit het college van voorzitters.  
  2. De hoofdredacteur/eindredacteur woont de vergaderingen van het PBO bij. De vergaderagenda wordt in overleg met hem vastgesteld. 

De redactieraad

Artikel 10 

  1. Er wordt door het bestuur een redactieraad ingesteld wanneer de omvang en complexiteit van dit organisatieonderdeel daartoe aanleiding geeft. 

De redactiemedewerkers en programmamakers kunnen (in meerderheid) een verzoek indienen bij het bestuur tot instelling van een redactieraad. 

Het bestuur zal dit verzoek in de regel honoreren, tenzij het gemotiveerd van oordeel is dat organisatiebelang zich daar tegen verzet. 

In dat laatste geval, kan een beroep op de geschillencommissie ex artikel 13 worden gedaan. 

 2 Indien ingesteld bestaat de redactieraad alsdan, naast de hoofdredacteur/eindredacteur-voorzitter, uit teamleiders van redactiegroepen en bij het ontbreken daarvan uit tenminste drie door en uit de medewerkers gekozen vertegenwoordigers. 

De raad ondersteunt de hoofdredacteur/eindredacteur bij de vormgeving en uitgangspunten van het te voeren programma- en redactiebeleid. 

Het ziet in het kader daarvan onder meer toe op : 

  – de goede coördinatie van de omroepprogramma’s; 

  – de bewaking van de (kwaliteit van) interne en externe communicatie over de  programma’s; 

  – de verantwoorde technische kwaliteit van de programmaonderdelen. 

 3. De redactieraad komt tenminste drie keer per jaar bijeen. Of zoveel vaker als de raad besluit. 

 4. De redactieraad kan besluiten vertegenwoordigers van andere delen van de werkorganisatie aan zijn vergaderingen deel te laten nemen. Deze hebben een adviserende stem over programma- en redactiebeleidszaken. 

 5. Van de vergaderingen van de redactieraad wordt tenminste een besluitenlijst opgemaakt. Hiertoe wordt uit de leden een secretaris aangesteld. De besluitenlijst wordt naar het bestuur en het PBO gedistribueerd.

Artikel 11 

  1. Alvorens het bestuur en/of de hoofdredacteur/eindredacteur een beslissing nemen over zaken die van wezenlijk belang zijn voor de werkzaamheden van de redactie- en/of programmamakers, worden de overige leden van de redactieraad zo tijdig mogelijk geïnformeerd en gehoord. 

 2. Als zodanige zaken van wezenlijk belang worden tenminste aangemerkt: 

  • ingrijpende wijzigingen in statuten, programmabeleid en regelingen, voor zover deze wijzigingen betrekking hebben op het voorbereiden en samenstellen van de 

omroepprogramma’s; 

  • ingrijpende wijzigingen in het uitzendschema; 
  • overeenkomsten voor programmatische samenwerking met derden voor zover deze een ander dan incidenteel karakter hebben; 
  • de benoeming van een hoofdredacteur/eindredacteur, met inachtneming van het daaromtrent in de statuten en dit reglement bepaalde; 
  • wijzigingen in het redactiestatuut, met inachtneming van het daaromtrent statutair 

bepaalde; 

  • wijzigingen in de techniek, voor zover deze ingrijpende gevolgen hebben voor de

werkzaamheden van de redactie medewerkers en programmamakers. 

3. De redactieraad wordt tijdig in de gelegenheid gesteld om te reageren op de jaarlijkse begrotingen en om zijn opmerkingen ter kennis te brengen van het bestuur.

Persoonlijke verantwoordelijkheid van redactieleden en programmamakers

Artikel 12 

  1. Wanneer een redactielid of programmamedewerker ernstige gewetensbezwaren heeft tegen een aan hem verstrekte opdracht in verband met een opdracht of een programma(onderdeel) en deze zich niet kan neerleggen bij een door de hoofdredacteur/eindredacteur ter zake te nemen of genomen beslissing, kan hij zich wenden tot de geschillencommissie ex Artikel 14 van dit redactiestatuut.
  2. Wanneer de hoofdredacteur/eindredacteur besluit ingrijpende wijzigingen aan te brengen of te doen aanbrengen in een nieuwsitem dan wel programma(onderdeel), kan (kunnen) de betrokken medewerker(s) verzoeken om het programmaonderdeel niet uit te zenden. 
  1. Indien door de hoofdredacteur/eindredacteur niettemin tot uitzending wordt besloten, zal het in Item of programma(onderdeel) niet van de naam van de betrokken medewerker(s) worden getoond.
  2. Als de betrokken programmamedewerker(s) het niet met de genomen beslissing eens is (zijn), kan (kunnen) hij (zij) zich wenden tot de geschillencommissie ex Artikel 14 van dit redactiestatuut.

5. Indien het bestuur ernstige klachten heeft over zaken als bedoeld in artikel 6 zal het bestuur het PBO verzoeken een onderzoek in te stellen als bedoeld in lid 6. 

6. Indien het PBO ernstige klachten heeft over het gevoerde redactioneel beleid of een of  meer uitgezonden items of programma(onderdelen), dienen de  

hoofdredacteur/eindredacteur, en de betrokken medewerkers te worden gehoord. Als het PBO daarna de klachten handhaaft, zal zij het bestuur verzoeken de geschillencommissie ex artikel 13 in te schakelen.

7. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de medewerkers ex artikel 3 lid 1.1 ex samenwerkingsovereenkomst en op het college van voorzitters.       

Geschillen 

Artikel 13

  1. Geschillen die naar aanleiding of in verband met dit redactiestatuut en/ of het redactioneel beleid mochten ontstaan, zullen –indien niet tot onderlinge overeenstemming kan worden gekomen– worden voorgelegd aan een door het bestuur ex artikel 18 van de Statuten in te stellen geschillencommissie. 
  2. Deze geschillencommissie bestaat uit vijf leden. Eén aan te wijzen door het PBO, één door het bestuur en één namens de redactieraad c.q. de ex artikel 8 lid 2 gekozen medewerkers. 

Dit drietal kiest twee onafhankelijke leden, waarvan één het voorzitterschap op zich neemt. 

    3. De commissie regelt haar werkzaamheden zelf.

    4. De uitspraken van de geschillencommissie zijn voor alle betrokkenen bindend, maar tasten het recht om de bevoegde rechter om een uitspraak te vragen niet aan.

    5. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de medewerkers ex artikel 3 lid 1.1 ex samenwerkingsovereenkomst en op het college van voorzitters.       

Aldus vastgesteld door het bestuur 1Amstelveen en het college van voorzitters op 18 juni 2025