AMSTELLAND- MEERLANDEN -In de nacht van zaterdag 26 op zondag 27 oktober gaat in Nederland de wintertijd weer in: om 03.00 uur draaien we de klok een uur terug naar 02.00 uur. Daarmee begint officieel de standaardtijd, die tot eind maart blijft gelden. Maar waarom doen we dat eigenlijk nog steeds? En waarom is er in Europa zoveel discussie over of dit systeem nog wel van deze tijd is?
Een erfenis van oorlog en energiecrisis
Het idee om de klok te verzetten is niet nieuw. Volgens Timeanddate.com werd de zomertijd voor het eerst ingevoerd in 1916, midden in de Eerste Wereldoorlog. Duitsland wilde toen brandstof besparen door het daglicht beter te benutten: als het ’s avonds langer licht bleef, hoefde er minder kunstlicht te branden. Andere landen volgden dat voorbeeld snel.
Na de oorlog verdween het idee weer, maar tijdens de oliecrisis van de jaren zeventig keerde het terug. Door de stijgende energieprijzen zagen Europese landen opnieuw voordeel in een langere, lichte avond. Sindsdien wisselen we twee keer per jaar van tijd: in maart naar de zomertijd, in oktober terug naar de wintertijd.
Uniformiteit boven alles
In de Europese Unie geldt één gezamenlijke regeling. Volgens de EU-raad (Consilium.europa.eu) werd de klokwissel geharmoniseerd om chaos op de interne markt te voorkomen. Treinen, vluchten en internationale handel moesten immers op elkaar afgestemd blijven. Daarom draaien alle EU-lidstaten op exact hetzelfde moment hun klok.
Toch bestaat er al jaren discussie over het nut. Het Europees Parlement stemde in 2019 zelfs vóór het afschaffen van het halfjaarlijkse verzetten, maar de lidstaten konden het onderling niet eens worden over welke tijd, zomer of winter, definitief moest blijven. Daarom schuift de beslissing sindsdien vooruit.
Levert het nog iets op?
Volgens verschillende onderzoeken is de energiewinst beperkt. Uit studies die onder meer door de MDPI-publicatie Energies zijn samengevat, blijkt dat er in sommige regio’s een lichte besparing is op elektriciteit, maar dat dit vaak wordt tenietgedaan door hogere verwarmingskosten in de vroege ochtend. Ook DW.com schrijft dat het effect op energieverbruik “kleiner is dan ooit gedacht”.
Gezondheidsexperts wijzen ondertussen op de nadelen van het kloksysteem. Het halfjaarlijkse uur verschil kan het bioritme verstoren, wat bij sommige mensen leidt tot slaapproblemen of concentratieklachten. Volgens DW.com wordt dat effect vooral in de week na de overgang naar zomertijd merkbaar.
Europa verdeeld
De meeste Europese landen houden nog vast aan het systeem. Nederland, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië zetten allemaal twee keer per jaar de klok om. Toch hebben sommige landen het al afgeschaft. Volgens het Pew Research Center doen onder meer IJsland, Rusland, Wit-Rusland en Turkije niet meer mee aan de klokwissel. Zij hebben gekozen voor één vaste tijdzone. Ook Oekraïne heeft aangekondigd dat het vanaf 2025 definitief op wintertijd blijft, schrijft Europa Express News.
Blijft de wintertijd nog bestaan?
Voorlopig wel. Zolang de Europese Unie geen gezamenlijke beslissing neemt, blijven alle lidstaten hun klok verzetten. “Het systeem zorgt nog altijd voor uniformiteit in transport en handel,” aldus Consilium.europa.eu. En dus draaien we in de nacht van 26 op 27 oktober trouw de wijzers een uur terug. Een kleine traditie uit het verleden, die we anno 2025 nog steeds vasthouden.
Bronnen: Timeanddate.com, Consilium.europa.eu, Pew Research Center, DW.com
Foto: Pixabay
Auteur: Ika Berman
