HAARLEMMERMEER – Waar Dierendag vaak draait om een extra snack of een nieuw speeltje, vraagt dit jaar wellicht om een andere benadering. Uit onderzoek van huisdierenverzekeraar Figo blijkt namelijk dat meer dan de helft van de Nederlandse honden en katten tekenen van stress of angst vertoont. Toch denkt bijna één op de vier baasjes nog altijd dat dieren geen mentale problemen kunnen hebben.
Dat wringt, want huisdieren hebben juist een enorme invloed op het welzijn van mensen. Uit eerder onderzoek blijkt dat 90 procent van de huisdiereigenaren zich beter voelt dankzij hun hond of kat. Maar andersom krijgt de mentale gezondheid van de dieren zelf vaak te weinig aandacht.
Stress bij dieren uit zich vaak subtieler dan veel mensen denken. Het gaat niet alleen om blaffen, trillen of miauwen. Net als mensen hebben dieren last van ingrijpende gebeurtenissen. Een hond die ineens onrustig slaapt of een kat die zich verstopt, kan simpelweg stress of verdriet ervaren.
Volgens deskundige Boudine Berkleef (36), kynologisch instructeur, gedragstherapeut en oprichter van De Puppy Specialist (www.depuppyspecialist.nl), kan Dierendag daarom een mooi moment zijn voor een mentale APK: niet nóg een speeltje kopen, maar bewust kijken naar het gedrag en welzijn van je dier.
Meer dan de helft van de Nederlandse huisdieren ervaart stress of angst. Hoe komt dat volgens jou?
“Heel vaak heeft dat te maken met voorspelbaarheid en behoeften. Honden die te veel prikkels krijgen, of juist te weinig uitdaging, kunnen soms stress ervaren. Een hond gedijt het beste als hij enerzijds voldoende wordt uitgedaagd en anderzijds genoeg rust en structuur krijgt aangeboden. Een mooie balans tussen deze zaken is belangrijk.
Aan stress kunnen echter ook grotere gebeurtenissen vooraf gaan. Bijvoorbeeld een verhuizing, een scheiding in het gezin, of een traumatische ervaring met een andere hond. Dat kan enorm veel spanning geven. Ook dieren in dierentuinen kunnen stress ervaren. Je ziet dan dat deze dieren stereotiep gedrag vertonen, zoals rondjes lopen of zich helemaal afsluiten. Daar ontbreekt het vaak aan mentale verrijking. Omdat bij huishonden de signalen meestal een stuk subtieler zijn, is het van belang om jouw hond goed te kunnen lezen zodat je kunt begrijpen wat hij probeert te communiceren.”
Hoe kan ik het beste mijn hond lezen?
“Het begint bij kleine signalen. Tongelen, dus even met de tong langs de neus of bek gaan, kan een teken zijn van spanning. Ook plots veel gapen, wegkijken, niet mee willen wandelen of juist hyperactief gedrag zijn alarmsignalen.
Het draait om goed observeren: eet en slaapt je hond normaal? Is hij nieuwsgierig en sociaal, of sluit hij zich juist af? Vaak zie je dat baasjes die hun hond écht leren lezen, veel eerder ingrijpen voordat problemen groter worden.”
En wat kunnen baasjes daartegen doen?
“Structuur helpt enorm: vaste tijden voor opstaan, eten, wandelen en rust geven een hond houvast. Daarnaast is mentale verrijking heel belangrijk. Denk aan snuffelwandelingen waarbij de hond zelf mag bepalen waar hij heen gaat, of denkspelletjes zoals hondenpuzzels met beloningen. Je kunt honden ook speurwerk laten doen, zoals mantrailing: een hond volgt het geurspoor van een persoon, wat enorm voldoening kan geven.
Voor honden die last hebben van verlatingsangst of trauma is vaak gedragstherapie nodig. Dat kun je zien als een psycholoog voor honden. We werken dan met gerichte oefeningen om angstige of negatieve associaties om te buigen naar ontspanning en vertrouwen.”
Hoe kunnen we ondervinden of onze hond stress ervaart?
“Dagelijks kijken: doet je hond alles zoals normaal? Als hij ineens veel meer slaapt, of juist helemaal niet meer, of geen interesse meer toont in wandelen, dan is dat een signaal.
Ook medische oorzaken moeten altijd worden uitgesloten, want pijn of lichamelijk ongemak kan ook stress veroorzaken. Een hond met buikpijn of een blessure voelt zich natuurlijk niet prettig. Rust en herstelmomenten zijn daarnaast net zo belangrijk als beweging. Een hond hoeft niet altijd ‘aan’ te staan.”
Je werkt nu vijf à zes jaar als gedragsspecialist. Waarom besloot je dit werk te gaan doen?
“Dat is eigenlijk begonnen door mijn eigen hond. Mijn Rhodesian Ridgeback werd als jonge hond aangevallen door zowel een hond als een kat. Ze ontwikkelde daardoor angst en begon uit te vallen.
De hulp die ik toen kreeg was niet voldoende. Dus ben ik zelf opleidingen gaan volgen: eerst tot kynologisch instructeur, daarna gedragstherapeut. Met die kennis heb ik haar weer stabiel gekregen. Inmiddels help ik ook andere baasjes die met soortgelijke problemen worstelen. Ik noem mezelf vaak ervaringsdeskundige, omdat ik weet hoe machteloos je je kunt voelen. Het geeft mij juist de motivatie om andere honden en hun mensen een betere start te geven.”
Denk je dat honden tegenwoordig meer stress ervaren dan vroeger?
“Dat durf ik niet keihard te zeggen, maar ik zie wel dat mensen soms vergeten dat honden specifieke behoeftes hebben. In Nederland leven we dicht op elkaar, vaak in drukke wijken. Honden krijgen dan drie keer per dag een kort rondje, terwijl veel rassen eigenlijk gefokt zijn om te werken: jagen, hoeden, bewaken.
Als je dat negeert, ontstaat er frustratie en stress. Het is dus cruciaal om te kijken: heb ik het juiste type hond in huis? En kan ik hem bieden wat hij nodig heeft? Een border collie die nooit mag drijven, of een jachthond die nooit mag speuren, gaat zich op termijn ongelukkig voelen. Daarom pleit ik ervoor dat mensen zich beter voorbereiden voordat ze een hond nemen. Ik zou het fantastisch vinden als er een verplichte cursus kwam over hondengedrag. Niet zozeer om te leren ‘zitten en liggen’, maar om te leren hóe je hond communiceert en wat hij nodig heeft.”
Bron: Boudine Berkleef/ANP/ Huisdierenverzekeraar Figo
Foto: Noha El Ebiary-Bun
Auteur: Ika Berman